Radio Oude Stijl

16 december 2007

Inovonics 250 FM

Gearchiveerd onder: Radio Oude Stijl — Richard @ 15:40

Allereerst: Onderstaand artikel was nooit tot stand gekomen zonder de intensieve hulp van Alexander Reloe, hij heeft veel technische informatie en foto’s aangeleverd. Daarvoor mijn hartelijke dank! Ook dank aan Siebe Fokkens van monisound.nl die ook een aantal foto’s ter beschikking stelde.
Mocht ik ondanks de hulp en input van Alexander fouten in het artikel hebben laten sluipen of belangrijke zaken vergeten zijn, laat het dan vooral weten, hoe completer, hoe beter! Reageren kan via DEZE posting of via mail: richard [AT] radiooudestijl.nl, vergeet niet [AT] door een ‘apestaartje’ te vervangen.

Inovonics 250 FM

Maar liefst 18 jaar lang is de Inovonics 250 FM in productie geweest. Ik denk dat we dan ook wel kunnen stellen dat het met voorsprong de meest succesvolle processor van Inovonics is. Of het het meest succesvolle product van Inovonics is betwijfel ik, het bedrijf maakt namelijk veel meer dan alleen audioprocessoren (meer over het bedrijf Inovonics lees je HIER). Het is eigenlijk wel grappig dat de 250 zijn belangrijkste kenmerken, de ‘neutrale klankkleur’ en ‘onhoorbare werking’, eigenlijk te danken heeft aan zijn niet zo succesvolle voorganger, de MAP II. Die werd door diverse radiostations afgewezen als zijnde te agressief en daarna wilde Inovonics het anders aanpakken. Opvallend, omdat ten tijde van het uitkomen van de 250 (begin jaren 80) de Amerikaanse radiomarkt verwikkeld was in de “loudness war”, de oorlog om luidheid. De meest gevleugelde kreet van de stationsmanagers was in die tijd dan ook: “Burn a hole in the dial”, blaas een gat in de band.

Niet echt een gunstige sfeer om een mooie neutrale processor in de markt te zetten dus. Bovendien kon de 250 in dat opzicht ook niet echt meekomen met ‘die andere processor’ op de markt, de Orban 8100. Bovendien had die een ingebouwde stereocoder waardoor het een ’single-box-solution’ was.De basis van het succes van de Inovonics 250 lag dan ook niet in Amerika, maar in Europa. De Europese stations waren op dat moment namelijk veel minder met luidheid bezig dan de Amerikaanse en waardeerden juist het neutrale karakter van de 250. Dat neutrale karakter heeft-ie te danken aan een techniek die in alle processingcircuits van de 250 terug te vinden is en die ‘feedforward pulse-width modulation’ heet. Klinkt lekker interessant allemaal, maar wel interessant om te weten is dat deze techniek lekker voorspelbaar en daardoor makkelijk te theoretiseren is (dus geen onvoorspelbare (bij)verschijnselen en makkelijk onderhoud), vrijwel niet verloopt en het geluid niet ‘kleurt’. Het resultaat was dus een betrouwbaar apparaat met een neutrale klank, en dat sprak juist de Europese broadcasters erg aan. Overigens is er jaren later nog wel een update geweest waardoor de 250 wat luider kon.

Omdat de Inovonics 250 zo populair was is het relatief eenvoudig om er eentje tweedehands te vinden. Bovendien hoef je er niet voor uit te wijken naar Amerika dus hoeft er ook niets aangepast te worden (220/110 Volt en 50/75 microseconden) en daardoor is de kans op oplichting ietsje kleiner. Dat laatste risico kun je natuurlijk nog verder verkleinen door gewoon in Nederland te kopen, er zijn er (nog) genoeg te vinden. Wil je kopen via internet dan blijft het natuurlijk maar afwachten wat je uiteindelijk binnenkrijgt, maar vraag in ieder geval of de verkoper een aantal HOGE RESOLUTIE foto’s wil sturen van de buitenkant (serialnummer!) en van de kaarten. Wil de verkoper dat niet, wordt er voortdurend ontwijkend geantwoord of krijg je (vage) foto’s binnen op postzegelformaat: lekker doorzoeken naar een ander exemplaar. Uiteraard kan het ook geen kwaad om te vragen naar de historie van het apparaat. Voor de rest is het uiteindelijk toch afwachten en valt er niet zoveel te controleren, als er al fouten zijn ontdek je die toch pas na het eerste eigen gebruik of juist pas na langere tijd. Oh ja, er bestaat ook een AM configuratie van de Inovonics 250, de 250-01. Die is welliswaar zeer zeldzaam, maar let wel even op want het zal je gebeuren… De versie voor FM heet officieel 250-00

Mocht je voor aankoop de 250 kunnen bekijken/beluisteren (altijd een goed idee natuurlijk!) en weet je ook nog een beetje waar je op moet letten, dan is het volgende misschien een goede tip: Controleer of de potmeters op het programmingboard het doen als je er aan draait en of de dipswitches daadwerkelijk in- of uitschakelen (zie foto rechts, het is het eerste board van links). Als dit alles het geval is kun je er van uitgaan dat het programmingboard zijn spanningen afgeeft aan het matrixboard. Verder kun je natuurlijk ook aan de in en uitgangspotmeter draaien om te zien of daar beweging in komt. Op deze manier weet je dan of de in- en output stage goed werken. De eventuele rest kom je ook hier pas na langere tijd van gebruik achter.

Één van de leuke dingen van de Inovonics 250 is dat-ie ondanks het compleet analoge ontwerp toch een viertal presets heeft. Of eigenlijk vijf, maar de eerste kun je zelf niet veranderen. Door via de channelstrip (zie foto links, wie heeft ooit de channelstrip durven verzinnen…) op de achterzijde de contacten X, Y, Z en GND op een bepaalde manier met elkaar te verbinden schakelt de 250 tussen de presets A, B, C, D en E. Welke preset geactiveert is kun je aan de voorzijde zien (zie foto rechts, LED brandt bij format B). Via het hierboven al genoemde programmingboard kun je alle presets aanpassen behalve preset A, die is niet via het programmingboard te wijzigen en kan als referentie gebruikt worden. Er is ook nog een standje ’proof’ waarin alles op nul staat en de audio alleen maar passeert en niet wordt beinvloedt. Zo kan de 250 dus met diverse formats, muziekstijlen en setups overweg! Je kunt zelfs een PC koppelen aan je 250, maar of dat nog steeds werkt met een Windows XP Dual Core machine…

Er zijn van de Inovonics 250 FM twee versies in omloop. Of beter gesteld, er is maar één versie van de 250, maar daarin kun je twee verschillende soorten limiterkaarten tegenkomen, één versie van voor 1993 en één versie van na 1993. Op de foto links is het verschil tussen de oude en nieuwe kaarten goed te zien, links is de oude rechts de nieuwe. De nieuwe versie, van na 1993, heeft een betere filtering, is wat agressiever en daardoor kan de 250 wat luider. Officieel heet-ie na een voedingsmodificatie dan de ‘Inovonics 250 GFi Enhanced Version’. Moet je wel ook even je (losse) stereocoder upgraden van de originele ‘705′ naar de Inovonics ‘716′ voor het maximale resultaat. De reden voor het uitbrengen van nieuwe limiterkaarten was trouwens niet meer luidheid, maar wel de filtering die bij de nieuwe generatie muziek (véél meer hoog) te wensen overlaat. Overigens zijn de nieuwe limiterkaarten niet door Inovonics zelf ontwikkeld maar door Radica, de Engelse importeur . Draai je voornamelijk muziek vanaf de jaren 90 dan zou je die nieuwere limiterkaarten wel eens beter kunnen vinden klinken, maar bij muziek tot ongeveer half jaren 90 klinken vooral de oude kaarten erg fijn. Uiteindelijk is dit natuurlijk altijd erg persoonlijk, maar opvallend is wel dat veel mensen een voorkeur hebben voor de oude kaarten. Misschien wel logisch, want ben je een liefhebber van wat meer agressie en kleuring in je geluid kun je beter voor een Inovonics 255 kiezen. Of voor een ander merk natuurlijk ;-)

Binnenkort vullen we dit artikel nog aan met een bespreking van alle kaarten in de Inovonics 250.

Reageren is niet mogelijk.