Radio Oude Stijl

6 november 2009

Inovonics 255 FM

Gearchiveerd onder: Radio Oude Stijl — Richard @ 8:36

 De aan- en inleiding van deze pagina vind je HIER, daar kun je ook terecht voor alle reactie en feedback. dat kan ook via mail: richard [AT] radiooudestijl.nl, vergeet niet [AT] door een ‘apestaartje’ te vervangen. Mocht ik fouten in het artikel hebben laten sluipen of belangrijke zaken vergeten zijn, laat het dan vooral weten, hoe completer, hoe beter!

Inovonics 255

De Inovonics 255 is het broertje van de legendarische Inovonics 250 en is zelfs nu (2009) nog nieuw te koop. De Inovonics 250 voldeed Inovonics 255in de ogen van sommigen niet dus er moest een alternatief komen. Er was in Amerika vooral kritiek op het bij de 250 ontbreken van een eigen signaturesound zoals de Orban en de Omnia dat wel hadden. Ook bleek de 250 moeite te hebben met de toegenomen hoeveelheid agressief hoog dat de latere (CD!) muziekproducties zo kenmerkt. De nieuwe limiterkaarten die in 1993 werden geintroduceerd losten dat laatste aardig op, maar de 250 bleef een heel neutrale, transparante processor. Iets dat we in Europa juist er waarderen, maar dat moest blijkbaar anders… Dus kwam er (al) in 1987 een nieuwe driebands processor op de markt die volgens de Inovonicsfolder ‘verrassend agressief’ en juist zeer geschikt voor ‘Contemporary Music’ is. Je moet wat om je klanten te behouden ;-)

Eerst ‘ons beestje’ maar eens goed bekijken. Net als de Inovonics 250, is ook de 255 qua afmetingen een redelijk bescheiden processor. Inovonics 255Natuurlijk is de breedte de gebruikelijke 19 inch, en is ook de hoogte ‘gewoon’ 2U (units), het is vooral de diepte die bescheiden is gebleven (~ 18cm). Wat de 255 ook deelt met zijn voorganger is de traditionele verkleuring van het front. Wanneer de Ino’s vers uit de fabriek komen zijn ze grijs, maar naarmate de jaren verstrijken worden ze (heel vaak) een stuk geler en eindigt het uiteindelijk bij een soort zandkleur. Misschien willen de Ino’s stiekem toch een Orban 8100 zijn ;-) Dat verkleuren is ook gebeurd bij deze 255. Ook het verbergen van de instelknoppen en - schakelaars achter een met schroeven vastzittende klep ontbreekt niet en de karakteristieke dansende LED’s aan de voorzijde zijn er natuurlijk ook. Een belangrijk verschil is dan weer dat er bij de 255 maar vier rijen LED’s te zien zijn waar de 250 er (inclusief presetindicatie) negen heeft.

Haal je die klep eraf kom je meer verschillen tegen. Geen eventueel te verwisselen kaarten zoals bij de 250, maar zeven grote gewone Inovonics 255blauwe en vier kleine meerslagenpotmeters staren je aan, samen met 2 schakelaars. Aan de achterzijde vind je weer een feestje der herkenning want wat blijkt: er moet waarschijnlijk eerst nog even gesoldeerd worden want geheel in de tijdsgeest en de beste Amerikaanse tradities van die tijd zitten er geen TRS of XLR pluggen aan de achterzijde maar zo’n fan-tas-ti-sche (NOT!) aansluitstrip. Inderdaad, net als bij de… Ik heb voor het mooie toch maar even wat tijd uitgetrokken om een paar knappe kabeltjes met schoentjes te maken in plaats van het onder de schroefjes ‘prakken’ van al bestaande maar doorgeknipte en gestripte kabeltjes ;-).

Wanneer dat solderen achter de rug is kan de kap eraf om zo de juiste ingangsgevoeligheid en pre-emphasecurve Inovonics 255te kiezen. Opvallend is dat bij de keuze van die curve ook de crossoverfrequentie tussen band 2 en 3 gewijzigd kan worden van 2120Hz naar 3180Hz. Dit is om bij een steilere curve (75uS) waarbij band 3 flink aan de bak moet te voorkomen dat band 2 teveel meeregelt. Dit instellen gebeurt met jumpers op het bovenste board. Daarna kunnen in- en uitgang gecalibreerd worden, een proces dat keurig in de manual staat beschreven. Is dat achter de rug kan het spelen eindelijk beginnen :-)

Er zijn nog twee jumpers die van belang kunnen zijn, maar daar kom ik later op terug want voor één daar van moet het bovenste board verwijdert worden (zie foto rechts). Laten we eerst de instelmogelijkheden aan de voorzijde maar eens van links naar rechts langswandelen: De meest linker potmeter heeft betrekking op de A.G.C. en bepaalt het aantal dB’s dat de A.G.C. per seconde kan corrigeren. En dat het een echte A.G.C. is blijkt wel uit de snelste stand waarbij er 1dB/sec. geregeld wordt. Het is dus niet meer dan wat voorzichtig ‘gainriding’ wat er gebeurt. Veel sneller wíl je het ook niet hebben want het is een breedbander en de boel gaat dan gegarandeerd pompen. Daarna komen we bij de al bij multibander terecht want de tweede potmeter regelt de mate van insturing daarvan, dus hoe hard trap je het signaal de multibander in. De stand van de derde regelaar bepaalt de ‘Platform Ratio’, ofwel hoe erg mag de multibandcompressor de boel in elkaar drukken, en bij de vierde potmeter staat ‘Platform Release’. Inderdaad, hiermee regel je releasetijd van de multibandcompressor.  Daarna wordt het interessant en duik je in wat Inovonics ‘Spectral Loading’ noemt.

Om het ‘Spectral Loading’ in goede banen te leiden heb je de beschikking over drie potmeters (Low Freq, Midband density en High Freq) en een LED waar H.F.A.D. bij staat. Zie ook het plaatje aan de linkerkant. Wanneer je de manual en de folder van de 255 er op na slaat is het wat lastig om te kunnen onderscheiden waar de reclamebabbel eindigt en de zinvolle technische info begint. Belangrijk is om je te realiseren dat toen de 255 op de markt kwam de nieuwe limiterkaarten voor de 250 er nog niet waren en de 250 af en toe wat steken liet vallen als broadcastprocessor en niet goed kon omgaan met de forse toename van hoge tonen bij CD producties. Het was voor Inovonics dus belangrijk om iedereen er van te overtuigen dat dit probleem bij de 255 opgelost was.

We beginnen bij de middelste van de drie potmeters, daarmee wordt de density geregeld. Dat komt simpelgesteld neer op de attack/release tijd en de ratio van de compressor/limiter. Hoe meer in de richting van de klok je deze potmeter Inovonics 255draait, hou luider het middengebied wordt. Het middengebied is zowieso erg belangrijk voor hoe luid je een geluid ervaart, maar daarbij maskeert het midden een beetje het ‘hoog’ en het ‘laag’ in het geluid. Om dat weer te compenseren kun je met de Low Freq. en de High Freq. de hoeveelheid ‘laag’ en ‘hoog’ in het geluid ten opzichte van het midden bepalen. Let op, dit is dus allemaal relatief en ten opzichte van elkaar en het zijn geen absolute waarden! Tenslotte is er dan nog H.F.A.D, en dat staat voor High Frequency Activity Detector. Het komt er op neer dat als er veel hoog in het signaal zit en het LEDje brandt de boel geclipt wordt en bij wat minder hoog treed alleen de limiter in werking.

Maar hoe klinkt zo’n Inovonics 255 dan? Ik moest wel even wennen aan de manier waarop de driebander is opgezet en de relatieve verhoudingen tussenInovonics 255 de drie banden in plaats van absolute niveau’s. Ook ben ik er van overtuigd dat drie banden voor deze opzet te beperkt is. De banden zijn eigenlijk met een elastiekje met elkaar verbonden. Volgens Inovonics zorgt dat ervoor dat de klankleur van de bron niet teveel wordt aangetast. Dat klopt natuurlijk wel maar het zorgt er ook voor dat de boel al vlot aan het pompen gaat. Ondanks het meerbands karakter. En daarmee doet het ‘Spectral Loading’ systeem zichzelf geen plezier. Ook is het geluid naar mijn mening oververtegenwoordigt in het hoog, en dat zorgt er weer voor dat het laag er wat af lijkt te vallen. Dat is dan natuurlijk met ‘Low Freq’weer te compenseren, maar dan gaat de boel weer… pompen.

Uiteindelijk heb ik zelfs besloten het H.A.F.D. met de jumper op het onderste board uit te schakelen (zie foto rechts). Het hoog werd daarmee wat minder dominant maar dat uischakelen van de clippers zorgt wel weer voor de nodige overshoots, u weet wel, het oude Ino 250 probleem. Het wordt aan de hand van deze Ino 255 duidelijk waarom er zo weinig driebanders zijn en de meeste multibanders beschikken over 4 of meer banden. Het is wel gelukt om er een leuk geluid uit te krijgen, maar deze Ino heeft echt een eigen sound met de daarbij horende beperkingen, daar kom je niet vanaf en moet je echt van houden. Voor FM gebruik vind ik ‘m eigenlijk niet geschikt, ook niet met een goede coder erachter. Er zijn dan betere oplossingen. Voor streaming zijn er wel leuke dingen mee te doen.

Reageren is niet mogelijk.